Jarenlang run je met je man het gezin. Alles draait om opvoeden, werken en het thuis gezellig maken. En dan worden je kinderen volwassen en zit je ineens met zijn tweetjes aan tafel: hé lieve onbekende, hoe moet dat nou met ons? Relatietherapeut Jean-Pierre van de Ven (53) weet er alles van: “Mijn vrouw en ik zijn ook door die fase gegaan.”
Als relatietherapeut krijgt Jean-Pierre van de Ven (53) ze regelmatig in zijn praktijk: stellen van rond de vijftig die moeite hebben met het vinden van een nieuwe balans nu de kinderen groot zijn. Vaak is dit wat er speelt: de relatie is in twintig, dertig jaar een soort fabriek geworden. Een goedlopende fabriek waarin alles moest blijven doordraaien: het opvoeden van kinderen, carrières, geld verdienen, huizen kopen.
Jean-Pierre van de Ven: “In die drukke fase ben je al blij als je niet teveel ruzie hebt en de seks nog een beetje leuk is, maar als de kinderen ouder worden of de deur uitgaan, komt er opeens veel meer tijd. Het is niet langer noodzakelijk die fabriek te laten doordraaien.”
Je zit opeens weer met z’n tweeën aan tafel en dan doemt de vraag: wat nu?
“Je komt in de vierde fase van je relatie terecht, die ik de fase van authenticiteit en verbondenheid noem. Uit allerlei internationale onderzoeken blijkt dat onze gelukscurve na ons vijftigste omhooggaat; omdat we het op alle fronten rustiger krijgen, worden we gelukkiger. Of je nu minder wilt gaan werken, schilderen in Frankrijk of op reis wilt naar India: er komt weer meer ruimte voor je eigen wensen en als we ouder worden durven we sowieso meer uit te komen voor onze eigen behoeften en wat we willen en vinden. Mooi, maar voor een partner kan dat ook bedreigend zijn. In een relatie heb je altijd een soort deal met elkaar en op dat moment moet die deal veranderen. Dat kan onveilig voelen, als los zand. Wat deel je nog met elkaar, hoe blijf je met elkaar verbonden? Als mensen zich bij mij melden, stel ik ze in eerste instantie vaak gerust en leg ik uit dat het in een relatie heel normaal is af en toe minder verbonden te zijn met elkaar. Ik geloof niet in het harmoniemodel, maar in het harmonicamodel: het kan niet altijd op dezelfde manier goed blijven gaan en soms raak je even van elkaar verwijderd. Als je dat weet, hoef je niet in paniek te raken.”
Nu hij zelf 53 is, is het voor Jean-Pierre een herkenbare fase. De relatietherapeut had zelf relatietherapie nodig en ook zijn relatie (met glas- en keramiekexpert Kitty Laméris) heeft de afgelopen jaren, nu hun drie kinderen volwassen zijn, een heel andere vorm gekregen. Hij schrijft er openhartig over in zijn boek Het moet allemaal anders. Het schrijven van het boek leverde niet alleen een model op van de drie stappen die nodig zijn om te kunnen veranderen, het zorgde bij hemzelf ook voor een innerlijke transformatie.
“Door me te verdiepen in veranderingsprocessen werd ik ook geconfronteerd met wat ik in mezelf moest veranderen. Ik ontdekte dat ik teveel de neiging had om anderen te pleasen en te willen redden. Bij opdrachtgevers zorgde dat er bijvoorbeeld voor dat ik niet genoeg voor mezelf opkwam bij onderhandelingen en te vaak dingen deed die ik eigenlijk niet wilde. Ik was zo bezig te voldoen aan het beeld dat de buitenwereld van mij had, dat ik me niet meer afvroeg wat ik nu zelf wilde. Dat werkte ook door in de relatie met mijn vrouw en kinderen. Waarom zou deze leuke vrouw met mij willen zijn, kon ik bijvoorbeeld denken. Van jongs af aan heb ik het gevoel gehad er niet bij te horen en ik deed er alles aan om me verbonden te voelen. Tegelijkertijd zette ik anderen op de eerste plaats. Mijn vrouw, mijn kinderen; ik had de verstikkende neiging me verantwoordelijk te voelen voor hun levens. Maar dat is eigenlijk best arrogant: waarom zouden zij niet zelf kunnen bepalen wat goed voor hen is? Je denkt dat je jezelf voor hen wegcijfert, maar je denkt ook dat je het beter voor hen weet. Dat heb ik echt moeten leren loslaten.”
Het gaat thuis nu anders. “Mijn vrouw en ik moesten ook loskomen van dat teamwork. Ik zit nu bijvoorbeeld drie weken in het buitenland voor televisiewerk. Vroeger had ik dat niet gedaan vanuit het idee dat mijn vrouw dat niet leuk zou vinden, nu ga ik er open over in gesprek en vraag ik wat zij ervan vindt als ik een tijdje weg ben. Ik durf nu meer te staan voor wie ik zelf ben en dat heeft onze relatie veel levendiger gemaakt, alsof we elkaar weer opnieuw ontdekken.”
Zijn belangrijkste boodschap als het gaat om relaties die niet honderd procent gelukkig maken: wees niet bang voor verandering. Geloof erin dat dingen kunnen blíjven veranderen en verbeteren. Dat je man elke dag twee flessen wijn achteroverslaat en daarna niet gezellig meer is, hoef je niet te accepteren als een voldongen feit, ga met een vriendin op vakantie als je daar zin in hebt, je mag hem best vragen niet elke zondag te werken. Kortom: blijf proberen die relatie mooier te maken als je samen verder wilt.
Maar hoe vaak zeggen mensen niet: het is nu eenmaal zo, hij of zij verandert toch niet meer.
“Dat alles op een gegeven moment vaststaat is een mythe die voortkomt uit het harmoniemodel. ‘Ik ben nu eenmaal geen prater’, zegt iemand dan, of: ‘Ik ben nu eenmaal opvliegend.’ Maar waarom zou je dat niet proberen te veranderen? Vroeger dachten we ook dat onze hersenen volgroeid waren op ons achttiende, nu weten we dat onze hersenen voortdurend veranderen. Ook in een relatie kun je constant nieuwe deals maken. Op je vijftigste heb je nog een heel leven voor je, waarom zou je niet proberen nog iets mooiers te maken van je relatie? Durf te voelen wat je voelt. Durf het te uiten. Kies ervoor jezelf niet nog dertig jaar in de verdrukking te stoppen. Het zorgt ervoor dat je teveel gaat drinken of roken of ruzie gaat maken en je eigen problemen op elkaar uitleeft. Als je echt durft te kiezen voor jezelf wordt de relatie vaak veel opener.”
Maar hoe verander je dingen dan in een relatie?
“Verandering begint bij het durven voelen dat je het zo niet meer wilt. Soms kunnen dat soort gevoelens van ongenoegen jarenlang doorzeuren voordat ze aan de oppervlakte komen. Het begint met een afkeer van wat is of een verlangen naar verandering; als je daar bewust van wordt is de verandering eigenlijk al in gang gezet.”
Conclusie: je hoeft dus alleen jezelf te worden om het samen beter te krijgen?
“Dat is mooi gezegd. En ja, zo werkt het eigenlijk wel. Het enige wat verandering in de weg zit is vasthouden aan wat gister was. Vervolgens is het wel de kunst je wensen op een goede manier voor het voetlicht te brengen.”
Hoe praat je er op een goede manier over?
“In therapie leer ik mensen te praten in de ik-vorm. Niet te zeggen: “Jij moet dit en dat anders doen”, maar spreken vanuit jezelf. Bijvoorbeeld: ‘Ik zou het prettig vinden als…’ Dat is voor de ander veel minder bedreigend; je moet proberen je boodschap zo in te kleden dat het niet overkomt als een verwijt. Je hoeft ook nog niet te weten hoe je het dan wel wilt. Je mag gewoon je gevoelens uiten. Mijn ervaring is dat je voor die openheid wordt beloond.”
Om het een leven lang samen leuk te houden moet je dus voortdurend met elkaar blijven meebewegen?
“Ja, want het leven verandert voortdurend en dus ook de manier waarop je je tot elkaar verhoudt. Als mens zijn we vrij behoudzuchtig, we hebben niet altijd zin in verandering. Logisch, want we willen soms ook gewoon rust aan onze kop.
In mijn praktijk kwam een stel dat in financiële problemen terecht was gekomen. Het grote huis dat ze hadden gekocht was te duur en hij had, zonder het zijn vrouw te vertellen, gemeenschappelijk geld in zijn slechtlopende bedrijf gestopt. Zij zat daardoor vol verwijten. Zijn bedrijf liep al langer niet en zij was inmiddels kostwinner, maar voor zijn gevoel had hij niets verkeerd gedaan. Hij had gehandeld vanuit hun oude situatie, waarin zij zichzelf wegcijferde en hij de dingen bepaalde. Dit stel moest samen hun oude deal veranderen; zij moest er ook bij stilstaan waarom ze zich jaren had weggecijferd. Dat lukte, en inmiddels is hun huwelijk weer goed.”
Gebeurt het vaak dat er niets meer te redden valt?
“Mensen die naar mij toekomen zijn over het algemeen bereidwillig. Het idee dat ze klaar zijn met elkaar betekent vaak dat ze een nieuwe afspraak moeten maken met elkaar. Dat klinkt makkelijker dan het is. Na ontrouw is zo’n nieuwe deal bijvoorbeeld niet meteen gemaakt; daar gaat eerst een rouwproces aan vooraf.”
En hoe zit het met de seks? Hoe struggelen we ons als vijftigers daar doorheen met al die lichamelijke veranderingen?
“Het zijn zeker niet alleen vrouwen die hiermee kwakkelen; ook mannen kunnen te maken krijgen met een verminderd libido en vaak gaan relatieproblemen gepaard met seksuele problemen. Ook hier luidt het devies: praat erover en maak je wensen duidelijk. Waarom doen jullie het altijd met de gordijnen dicht? Misschien wil jij een keer bovenop zitten? Soms zijn problemen puur lichamelijk: heeft het te maken met je lifestyle of onderliggende problemen. Stap naar de huisarts als daar sprake van is.”
Toen Jean-Pierre van de Ven zijn boek Doen jullie het nog? schreef, ontdekte hij dat er weinig goed onderzoek is gedaan naar seks en dat de meeste stellen het zogenaamde gemiddelde van twee keer per week bij lange na niet halen. Zoals de harmonica soms uit elkaar gaat, zo zijn er in elke relatie ook periodes dat er weinig of helemaal geen seks is. Maar als er al een jaartje niks is gebeurd, moet je daar misschien toch eens over praten. Jean-Pierre van de Ven: “We blijven tot hoge leeftijd seksuele wezens en je hoeft jezelf niet tekort te doen.